Oogkliniek Brasschaat

Fluo-angiografisch onderzoek

Achtergrondinformatie

De wand van de oogbol bestaat uit 3 lagen. De binnenste laag is het netvlies. Dit netvlies is verantwoordelijk voor het opvangen van licht en het doorgeven van het beeld naar de hersenen. 

U kan het netvlies vergelijken met de lichtgevoelige film van een ouderwetse fotocamera. Bij sommige aandoeningen is het nodig om de bloeddoorstroming van het netvlies in kaart te brengen. Dit kan enkel door middel van een fluo-angiografie. De meest voorkomende redenen om een fluo-angiografie uit te voeren zijn diabetische retinopathie, leeftijdsgebonden maculadegeneratie en trombose van het netvlies. 

Fluo-angiografie

Een fluo-angiografie is een onderzoek waarbij de bloedvaten van het netvlies worden gefotografeerd. Om deze bloedvaten beter te kunnen zien, wordt een contrastvloeistof ingespoten in een bloedvat in de arm. Deze contractvloeistof verspreidt zich in het lichaam en kan na enkele seconden in het oog worden waargenomen met speciale camera’s. Het onderzoek toont plaatsen met onvoldoende bloeddoorstroming en lekkende bloedvaten aan. Deze plaatsen kunnen dan nadien adequaat behandeld worden. 

Het onderzoek

Nadat u zich heeft gemeld bij de balie, neemt de medewerker van de Oogkliniek Brasschaat samen met u een aantal gegevens door: uw naam, geboortedatum en eventuele allergieën. 

Vervolgens krijgt u meerdere keren verschillende druppels toegediend om de pupil te verwijden. Deze druppels moeten ongeveer een half uur inwerken. 

In de behandelkamer controleert de verpleeg-kundige nogmaals uw gegevens. U neemt plaats met uw kin in de kinsteun van het toestel. De verpleegkundige maakt eerst enkele kleurenfoto’s. U zal gevraagd worden om het hoofd niet te bewegen tijdens het onderzoek maar met het oog in verschillende richtingen te kijken. 

Daarna wordt een contraststof toegediend via een prikje in de arm. Van zodra de contrastvloeistof ingespoten is, neemt u opnieuw plaats in de kinsteun. Er worden snel na elkaar meerdere foto’s gemaakt. De verpleegkundige zal u opnieuw vragen het hoofd stil te houden en met het oog in verschillende richtingen te kijken. 

Na vijf minuten wordt de laatste fase van het onderzoek gestart. Hierbij worden opnieuw meerdere foto’s genomen. 

De totale duur van het onderzoek is ongeveer 15 minuten. Nadien worden de resultaten met u besproken door uw oogarts. 

Direct na het onderzoek ziet u enige tijd minder scherp. Dit komt door het felle licht tijdens het onderzoek en de wijde pupil. Na dit onderzoek kunt u dan ook niet zelf autorijden, omdat diepte en afstanden tijdelijk niet goed zijn in te schatten. 

U wordt geadviseerd een begeleider mee te nemen die u na het onderzoek naar huis brengt. Wij raden u aan om een zonnebril mee te nemen. Na het onderzoek kleurt de huid geel en is het zicht rozig. De huidverkleuring kan tot 24 uur aanhouden. 

De dag van het onderzoek drinkt u best 1,5 liter water om de uitscheiding van de contraststof te versnellen. 

Contra-indicaties

Mensen met allergie voor contraststoffen mogen het onderzoek niet ondergaan. Indien u allergisch bent voor schaal- en schelpdieren kan een kruisallergie optreden met de toegediende contraststof. Bij deze mensen wordt best geen fluo-angiografie uitgevoerd. 

Patiënten met nierproblemen krijgen een verminderde dosis contraststof toegediend. De contraststof is niet schadelijk voor de nieren. De contraststof wordt wel uitgescheiden via de urine, waardoor een verminderde dosis aangeraden is bij patiënten met nierproblemen. 

Mensen met lichtgevoelige epilepsie melden dit best aan de oogarts of verpleegkundige vóór het onderzoek. 

Gelieve ons te verwittigen indien u zwanger bent. Uw oogarts bespreekt in dit geval met u de mogelijke risico’s van dit onderzoek.

Bijwerkingen

Hoewel de kans op ernstige bijwerkingen klein is, is dit nooit volledig uit te sluiten. 

Normale bijwerkingen zijn:

  • Gele huid gedurende 1 tot 2 dagen
  • Fel oranje gekleurde urine gedurende 1 tot 2 dagen
  • Rozig zicht
  • Blauwe plek ter hoogte van de injectieplaats

Sommige patiënten ervaren misselijkheid of braken bij het begin van het onderzoek. Indien u misselijk bent, wordt het onderzoek kort onderbroken. Meestal gaat deze misselijkheid vanzelf over na enkele seconden. Indien u het onderzoek op een ander moment nogmaals dient te ondergaan, raden we aan om licht verteerbaar te eten op voorhand en de medewerker bij het aanmelden in de praktijk hiervan op de hoogte te brengen. Er wordt dan een medicijn tegen misselijkheid gegeven. 

Bij de inspuiting van de contraststof kan het product uitzonderlijk naast de bloedbaan worden geïnjecteerd. Dit kan leiden tot pijn in de arm gedurende 1 tot 2 dagen. 

In uitzonderlijke gevallen kan een ernstige allergische reactie optreden. Indien u gekend bent met bepaalde allergieën, dient u dit aan ons mee te delen vóór het onderzoek. 

Vragen

Bij onduidelijkheden of vragen kan u steeds contact opnemen met uw behandelende oogarts. 

Injecties met anti-VEGF (vaatgroeiremmers)

Achtergrondinformatie

De wand van de oogbol bestaat uit 3 lagen. De binnenste laag is het netvlies. Dit netvlies is verantwoordelijk voor het opvangen van licht en het doorgeven van het beeld naar de hersenen. 

U kan het netvlies vergelijken met de lichtgevoelige film van een ouderwetse fotocamera. Het centrum van het netvlies, de macula genaamd, is verantwoordelijk voor het scherpzicht bij recht vooruit kijken. In dit deel van het netvlies kan vocht of bloed zich opstapelen waardoor het zicht vermindert, vlekken in het beeld worden waargenomen of vervormingen van het beeld optreden.  

Aandoeningen

Er zijn verschillende aandoeningen waarbij vocht of bloed zich in en onder het netvlies kan opstapelen. 

De meest voorkomende ziektes zijn Leeftijdsgebonden Macula Degeneratie (LMD), diabetische retinopathie of tromboses van bloedvaten in het oog. 

Deze aandoeningen hebben gemeenschappelijk dat er lekkende bloedvaten ontstaan waardoor vocht zich opstapelt. 

Werking en prognose

Het medicijn dat wordt ingespoten heeft een krachtig onderdrukkende werking op deze vochtophopingen. Het voornaamste doel van de behandeling is het tot rust brengen van de lekkende bloedvaten door het blokkeren van de lichaamseigen stof VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor). Hierdoor kan het algemene zicht verbeteren, de vlekken verminderen en de vervormingen afnemen. 

Er zijn drie vergelijkbare medicijnen die gebruikt worden in de behandeling. Uw oogarts beslist, samen met u, welk product voor u het meest geschikt is. In vergelijkende studies werd geen overtuigend kwaliteitsverschil aangetoond tussen deze producten. 

Bij de meeste patiënten is stabilisatie en vaak zelfs een verbetering van de gezichtsscherpte mogelijk. Dikwijls is het echter zo dat een deel van de gezichtsscherpte die al verloren is gegaan, niet meer herstelt. Bij sommige patiënten is helaas een verdere achteruitgang van de gezichtsscherpte niet te voorkomen, maar slechts af te remmen. 

Bij patiënten met tromboses is er soms geen verbetering van het zicht te bekomen, maar wordt de behandeling opgestart om complicaties zoals glaucoom (verhoogde oogdruk) te voorkomen. 

Relatieve contra-indicaties

Indien u onlangs (minder dan 6 maanden) belangrijke bloeddrukschommelingen, een hart-infarct, trombose, beroerte, hart- of vaatingreep heeft gehad, vragen wij u dit aan ons te melden vóór de behandeling.  

Gelieve ons te verwittigen indien u zwanger bent. Uw oogarts bespreekt in dit geval met u de mogelijke risico’s van dit onderzoek. 

Indien u een rood oog hebt de dag vóór of de dag van de injectie, gelieve ons te contacteren. Zo nodig kan uw oogarts uw oog nakijken en beoordelen of een injectie mogelijk is.

Behandeling

U mag de dag van de behandeling geen make-up gebruiken. Voorgeschreven oogdruppels mogen wel gebruikt worden zoals gewoonlijk. 

Nadat u zich heeft gemeld bij de balie, neemt de medewerker samen met u een aantal gegevens door: uw naam, geboortedatum, allergieën en het oog dat behandeld gaat worden. Vervolgens krijgt u meerdere keren verschillende druppels toegediend: druppels om het oog te verdoven en druppels om de pupil te verwijden. Deze druppels moeten ongeveer een half uur inwerken. 

In de behandelkamer controleert de oogarts nogmaals uw gegevens en gezondheidstoestand. Uw oog en huid worden vóór de behandeling gedesinfecteerd. U mag hierna uw oog en uw gelaat niet meer aanraken. Er wordt een steriele doek geplaatst over het gelaat, uw oog wordt nogmaals gedesinfecteerd en uw oogleden worden met een ooglidsperder open gehouden. De oogarts bepaalt met een instrument de locatie voor de injectie. Vervolgens wordt het geneesmiddel ingespoten in het oog; dit is niet pijnlijker dan een prik voor bloedafname. Het kan zijn dat u de medicatie als een ‘wolkje’ of ‘vlek’ ziet verschijnen. Dit verdwijnt binnen enkele dagen. Na de injectie worden enkele druppels kunsttranen in uw oog gedruppeld. Er wordt geen verband over het oog geplaatst. 

U mag na de behandeling direct naar huis. U dient een begeleider mee te nemen, die u na de behandeling naar huis brengt. Het is aangewezen om een beschermende zonnebril te dragen. U mag niet in het oog wrijven. De eerste 3 dagen kan het oog gevoelig zijn. Kunsttranen zonder bewaarmiddelen kunnen deze klachten verminderen. 

Door de injectie kan een bloeduitstortinkje op het oogwit ontstaan. Hierdoor wordt het wit van het oog geheel of gedeeltelijk helderrood. Dit is onschuldig en verdwijnt na enkele weken.

De dag na de behandeling mag u weer make-up gebruiken. De eerste drie dagen na de behandeling mag u niet zwemmen of de sauna bezoeken. 

Behandelingsschema

Dankzij wetenschappelijk onderzoek kennen we de beste behandelingsschema’s voor verschillende aandoeningen. Uw oogarts bespreekt met u uw persoonlijke behandelingsschema. In het begin van de behandeling worden meestal 3 injecties gepland met 4 weken tussen de verschillende injecties. De tijd tussen de injecties kan geleidelijk aan opgedreven worden bij goede resultaten (Treat and Extend methode). Bij sommige patiënten kan de behandeling gestopt worden, de meeste patiënten hebben echter een blijvende nood aan injecties. Dit bespreekt uw oogarts met u op de tussentijdse controle-raadplegingen. 

In de toekomst zullen langwerkende producten op de markt komen, waardoor minder injecties per jaar zullen nodig zijn. 

Bij sommige patiënten zullen injecties in beide ogen noodzakelijk zijn. Gelijktijdige behandeling van beide ogen kan op dezelfde dag, in overleg met uw oogarts. Dit heeft als voordeel dat men minder vaak de verplaatsing naar de Oogkliniek Brasschaat hoeft te maken. Het nadeel is dat het zicht op de dag van de injectie en de dag nadien aan beide ogen minder goed kan zijn, wat moeilijkheden kan veroorzaken in de thuissituatie. 

Bijwerkingen

Hoewel de kans op ernstige bijwerkingen klein is, kan u bij twijfel best contact opnemen met uw oogarts of de oogarts van wacht. 

Normale bijwerkingen zijn:

  • Waziger zicht tot 1 dag na de inspuiting
  • Een rood vlekje op het oogwit
  • Krassend gevoel alsof er iets in het oog zit

Er zijn risico’s verbonden aan toediening van injecties in het oog, zoals pijn, infectie, verhoogde oogdruk, bloedingen, cataractvorming, beschadiging van het hoornvlies, glasvochtloslating en netvliesloslating. Deze complicaties kunnen leiden tot een slechter gezichtsvermogen of zelfs blindheid. De voornaamste complicatie is de mogelijkheid van een ernstige bacteriële ooginfectie (endophthalmitis). Bij eventuele complicaties kunnen aanvullende operaties of onderzoeken nodig zijn. 

Indien u last krijgt van één of meer van onder-staande klachten, neemt u best direct contact op met uw oogarts:

  • Toenemend wazig zien of vermindering van gezichtsscherpte
  • Ernstige pijn aan het oog
  • Toenemende roodheid van het oog en/of oogleden (in vergelijking met de toestand direct na de injectie) 

Vragen

Bij onduidelijkheden of vragen kan u steeds contact opnemen met uw behandelende oogarts. 

Laserbehandeling van het netvlies

Achtergrondinformatie

De wand van de oogbol bestaat uit 3 lagen. De binnenste laag is het netvlies. Dit netvlies is verantwoordelijk voor het opvangen van licht en het doorgeven van het beeld naar de hersenen. 

U kan het netvlies vergelijken met de lichtgevoelige film van een ouderwetse fotocamera. Voor sommige aandoeningen wordt een deel van het netvlies behandeld met de laser. De meest voorkomende redenen om het netvlies te laseren zijn: scheurtjes van het netvlies, diabetische retinopathie en een trombose van bloedvaten in het oog. Een laser is een speciale lamp met een heel dunne en krachtige lichtstraal. Deze lichtstraal wordt op het netvlies gericht om een gecontroleerd laserplekje te veroorzaken. 

Scheurtjes van het netvlies

Het oog is gevuld met een waterige gelei, het glasvocht. Met het ouder worden krimpt het glasvocht geleidelijk, waardoor het op een gegeven moment los komt van de achterkant van het oog. Dit is een normaal proces, maar soms kan hierbij een scheurtje in het netvlies ontstaan. Kleine scheurtjes kunnen behandeld worden met de laser om te voorkomen dat ze verder scheuren. Als er niet tijdig behandeld wordt, kan het netvlies helemaal los komen. Dan is een operatie nodig om het netvlies terug op zijn plaats te leggen. Zonder laserbehandeling kan een netvliesscheur tot ernstige slechtziendheid of blindheid leiden. 

Met de laser maakt uw oogarts enkele gecontro-leerde laserpunten rondom het scheurtje. Deze punten zorgen voor een betere vasthechting van het netvlies aan de onderliggende lagen. Op die manier kan voorkomen worden dat het netvlies verder scheurt of los komt. Zo kan een operatie vermeden worden. 

De laserpunten hebben enkele dagen tijd nodig om voldoende sterk te worden om het netvlies op zijn plaats te houden. Gedurende deze periode moet u zich rustig houden. Uw oogarts spreekt een controle-afspraak met u af. Vaak ziet men bij netvliesscheuren vlekken in het gezichtsveld. Deze vlekken verminderen met de tijd. De laserbehandeling heeft niet tot doel om deze vlekken te behandelen en heeft dus ook géén invloed op deze vlekken. 

Diabetische retinopathie en trombose

Bij diabetes en bij trombose vermindert de bloeddoorstroming in het netvlies. Deze bloed-doorstroming is belangrijk om zuurstof aan het netvlies te leveren. Bij diabetes en trombose krijgt het netvlies onvoldoende zuurstof. 

Delen van het netvlies die onvoldoende zuurstof krijgen, reageren hierop door het aanmaken van nieuwe bloedvaten van slechte kwaliteit. Deze bloedvaten kunnen complicaties veroorzaken zoals glasvochtbloedingen, netvliesloslating en vocht onder het netvlies. 

Om deze complicaties te voorkomen of te behandelen, is het nodig om op een gecontroleerde manier de perifere delen van het netvlies te laseren met afzonderlijke laserpunten. Hierdoor krijgt de rest van het netvlies terug voldoende zuurstof en kunnen complicaties vermeden worden. 

De netvlieslaser wordt gebruikt om complicaties te vermijden, maar geeft meestal géén verbetering van het zicht. Zonder laserbehandeling is echter vaak een achteruitgang van het zicht te verwachten. 

Behandeling

Nadat u zich heeft gemeld bij de balie, neemt de medewerker van de Oogkliniek Brasschaat samen met u een aantal gegevens door: uw naam, geboortedatum en het oog dat behandeld gaat worden. Vervolgens krijgt u meerdere keren verschillende druppels toegediend: druppels om het oog te verdoven en druppels om de pupil te verwijden. Deze druppels moeten ongeveer een half uur inwerken. In de behandelkamer controleert de oogarts nogmaals uw gegevens. De arts plaatst een lensje op het oog. Via dit lensje worden de laserstralen op het netvlies gericht. U zal dit
ervaren als lichtflitsen. De behandeling duurt ongeveer 10-20 minuten. De laserbehandeling kan gevoelig zijn. Indien gewenst, mag u thuis reeds
een pijnstiller innemen. 

Direct na de behandeling ziet u enige tijd minder scherp. Dit komt door het felle licht tijdens de behandeling en de wijde pupil. Na de laserbehandeling kan u dan ook niet zelf autorijden, omdat diepte en afstanden tijdelijk niet goed zijn
in te schatten. U wordt geadviseerd een begeleider mee te nemen die u na de laserbehandeling naar huis brengt. Wij raden u aan om een zonnebril
mee te nemen. 

U kan na de laserbehandeling nog wat pijn ervaren aan het oog. U mag hiervoor een pijnstiller nemen en/of kunsttranen indruppelen. 

Wanneer u echter langer dan 24 uur pijn ervaart aan het behandelde oog, raden wij u aan om telefonisch contact op te nemen met uw oogarts. 

Bijwerkingen

Hoewel de kans op ernstige bijwerkingen klein is, neemt u bij twijfel best contact op met uw oogarts of de oogarts van wacht. 

Normale bijwerkingen zijn:

  • Waziger zicht tot 24 uur na de behandeling
  • Krassend gevoel alsof er iets in het oog zit
  • Bij uitgebreide laserbehandelingen merken sommige patiënten dat het gezichtsveld iets minder breed wordt

Er zijn risico’s verbonden aan het laseren van het netvlies zoals pijn, bloedingen in het netvlies, beschadiging van het hoornvlies, beschadiging van het centrale deel van het netvlies, netvliesloslating, choroidale loslating. Bij eventuele complicaties kunnen aanvullende operaties of onderzoeken
nodig zijn. 

Vragen

Bij onduidelijkheden of vragen kan u steeds contact opnemen met uw behandelende oogarts. 

Wij wensen u een aangenaam verblijf in onze Oogkliniek en een vlotte genezing!