Het woonzorghuis Gaudium
Het voormalig koetshuis werd later gebruikt als novicenverblijf en gemeenschapshuis voor de zusters. Met de renovatie wordt het gebouw klaargemaakt voor een volgende stap. Het hoofdgebouw wordt hersteld, de bijgebouwen vervangen en het totaal krijgt een bijna energie-neutraal techniekenconcept.
Het woonhuis biedt plaats aan negen bewoners die elk een volwaardig uitgeruste zorgkamer hebben en enkele bijzondere ruimtes delen. Het project werd zo ontworpen dat het kan dienen als gesloten woonzorggroep voor bijvoorbeeld bewoners met dementie. De directe link tussen de interne woonzorgwereld met het kasteelpark en de moestuin maken dat de buitenruimte ook actief kan ingezet worden als onderdeel van het zorgaanbod.
Dit project past in het masterplan dat Plusoffice Architects opmaakte voor de doorontwikkeling van het woonzorgpark De Verlosser. In het dorp Sint-Ulriks-Kapelle in het hart van het Pajottenland ligt het voormalig kasteeldomein waar de VZW De Verlosser en de zusters huizen. Het parkdomein is beschermd erfgoed en omvat naast het landhuis ook koetshuizen, een boerderij, aalmoezenierswoning,…
Om de ouderenzorg ook in de toekomst kwalitatief te kunnen aanbieden werd een masterplan uitgewerkt dat het kasteeldomein en beschermde park versterkt en de krijtlijnen vastlegt voor de verdere uitbreiding met een nieuw WZC, de renovatie van bestaande gebouwen, afzonderlijke huizen voor kleine woongroepen, een crèche of andere zorgfuncties. Daarmee zet de VZW een stap naar een geïntegreerde benadering van haar woonzorgaanbod, zoekt linken naar de buurt (met schooltuinen, jeugdbewegingen en buurtfeesten in het park), brengt generaties samen (met de bouw van een crèche) en versterkt het landschap zelf (met een moestuin als zorgconcept én kleinschalige korte keten landbouw).
Ward Verbakel
ir. architect
Plusoffice Architects
Voor wat betreft de invulling van de technische installaties werd door Boydens Engineering, hierin geruggesteund door het bestuur, een duidelijke duurzame doelstelling vooropgesteld. Het duurzaamheidsvraagstuk uit zich in een veelheid aan parameters met betrekking tot gebouwontwerp, waaronder rationeel energieverbruik, veiligheid der installaties en een verantwoord omgaan met beschikbare materialen. Deze items vormen dan ook de leidraad in het ontwerpproces van zowel architect als ingenieur. In wat volgt wordt dieper ingegaan op de wijze waarop het streven naar rationeel energieverbruik ingevuld werd, zonder daarom het te realiseren comfort uit het oog te verliezen.
Volgens het principe van de trias energetica is het in een eerste stap van belang de energievraag zoveel als mogelijk te beperken. Concreet komt dit neer op het optimaliseren van de gebouwschil door integreren van isolatie enerzijds en het realiseren van een afdoende luchtdichtheid anderzijds. Deze beide ‘passieve’ parameters hebben een directe invloed op het beperken van de optredende warmteverliezen door transmissie, evenals de ventilatieverliezen door ongecontroleerde luchtstromen in en uit het gebouw.
Voor de buitenschil werd geopteerd voor een doorgedreven isolatie onder vorm van 24cm minerale wol voor de nieuwe geveldelen en 8cm minerale wol voor de bestaande gevel. Deze gevel wordt immers omwille van zijn waardevol architecturaal karakter behouden en dient bijgevolg langs de binnenzijde geïsoleerd te worden. Het gebouw wordt volledig voorzien van een nieuw dak, dat geïsoleerd wordt met 16cm PIR. Een luchtdichtheidseis van 4m³/h.m² werd vooropgesteld voor het geheel van nieuwbouw en renovatie. Deze maatregelen resulteren binnen het wettelijk kader in een K-peil* van 24 ten opzichte van een minimale eis van 40.
De technische installaties daarnaast vormen ‘actieve’ parameters, via dewelke het noodzakelijk is op een zo efficiënt mogelijke manier de overblijvende energievraag in te vullen. Hierbij wordt door het bestuur radicaal gekozen voor een toekomstgerichte visie, waarin elke vorm van fossiele brandstoffen geweerd wordt. Op die manier wordt een maximale duurzaamheid vooropgesteld om het gebouw van verwarming en koeling te voorzien. Aanvullend wenst men geen actieve middelen aan te wenden voor het dekken van de koelvraag. Dit houdt in dat een koude- en bijgevolg ook een warmtebron ter beschikking moet zijn. Hiervan uitgaande werd ervoor geopteerd om te werken met een gesloten verticale bodemwarmtewisselaar (of BEO-veld met BEO = boorgat energieopslag) die afwisselend de functie van koude- en warmtebron zal vervullen.
Om in verwarmingsmodus de bronwarmte nuttig te kunnen aanwenden wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp die de energie onttrokken aan de bodem zal opwaarderen tot een in het gebouw bruikbare temperatuur variërend van 30 tot 35°C in de winter. Tijdens de zomer bevindt de ondergrond zich op een lagere temperatuur en kan dus koelte onttrokken worden. Hiertoe is niet meer nodig dan een platenwarmtewisselaar en een circulatiepomp die de onttrokken koelte transporteert doorheen het gebouw, het gaat om ‘passieve’ koeling. Dit systeem wordt positief beoordeeld op basis van de hoge systeem efficiëntie, de lage milieubelasting en het duurzame aspect, gezien het aanwenden van bodem energie, ook geothermie genoemd, beschouwd wordt als hernieuwbare energiebron.
Aanvullend wordt beroep gedaan op de beschikbare zonne-energie door middel van zowel thermische als fotovoltaïsche panelen. Het doel van de thermische panelen is tweeledig en zorgt enerzijds voor een bijdrage aan de sanitair warm water productie, anderzijds wordt dit systeem ook aanvullend aan de geothermie toegepast om de bodem te regenereren. Daarnaast wordt een vermogen van 10 kWp elektrische energie opgewekt met de fotovoltaïsche installatie.
Al deze maatregelen in acht genomen wordt een BEN (of Bijna Energie Neutraal) gebouw gerealiseerd met overeenstemmend E-peil* E51 voor de nieuwbouw en E57 voor de renovatie ten opzichte van een respectievelijke eis van E80 en E130.
Vermeldenswaardig binnen de context van duurzaamheid is verder de keuze van het bestuur om – zonder aanwenden van chemische toevoegingen – een desinfectie installatie van het leidingwater te voorzien, hetgeen toelaat om warm water op een lagere temperatuur te laten circuleren wat bijgevolg eveneens een belangrijke energiebesparing vertegenwoordigt. Tevens wordt voorzien in de recuperatie van regenwater voor de spoeling van de toiletten.
Om te concluderen kan gesteld worden dat met dit project een zeer vooruitstrevend verhaal geschreven wordt, waarin de multidisciplinariteit van het ontwerpteam, plusoffice Architects en Boydens Engineering, de zoektocht naar architecturale beleving enerzijds en het duurzaamheidsverhaal gerelateerd aan technieken anderzijds ondersteunt en tracht waar te maken, dit alles ook dankzij de context van vertrouwen die door het bestuur gecreëerd wordt.
Katrien Roussel
Project Manager, voor Boydens Engineering
* K-peil: maat voor het prestatieniveau van de gebouwschil
* E-peil: maat voor de prestatie van de technische installaties, tevens rekening houdend met de kwaliteit van de gebouwschil
Bekijk hieronder het plan:
Wil je graag meer weten?
Wens je meer info of zou je graag een bezoek brengen aan ons woonzorgcentrum? Dat kan!
Kom langs en maak kennis met onze gelukkige bewoners, ons enthousiast team en de prachtige omgeving.
Warmte, respect en plezier
Bij ons staan de bewoners en hun familie centraal. Binnen de muren van een prachtig kasteel hanteren wij een kleinschalige aanpak en heerst een familiale sfeer. Om onze bewoners te omringen met de beste zorgen beschikken wij over alle moderne en nodige faciliteiten.