Etappe 25. Toen ik vroeg in het voorjaar door het Silsombos liep, wist ik, hier kom ik ooit nog terug. En kijk. Waar in het voorjaar sleutelbloemen stonden, is het nu een bonte kleurenpacht met overwegend geel van de grote ratelaar en het paars van de koekoeksbloem. Her en der steken tussen het kamgras fraaie toortsen uit van witte bloemetjes met fijne roze lijntjes, alsof ze er zo met een penseel op getekend zijn. De bosorchis. Eens het Silsombos uit, bevind ik me tussen grote graanvelden. Aan de ene kant het fris geel-groene van de gerst, aan de andere kant het blauw-groene van het koren. De wind speelt een spel met de aren die in grote groepen heen en weer wiegen zoals de golven van de zee. Tussen het groen, her en der een felrode stip van een klaproos. Even verder kleurt een volledig veld rood, zo ver je kan kijken. Langs een houten poortje loop ik het Torfbroek binnen. Ook hier kamgras verfraaid met bosorchissen. Even later langs de Molenbeek verdwijnt het pad nagenoeg in de grassen en bramen die tot aan mijn schouders reiken. Geen lachertje zo in korte broek. De zon is al flink gezakt en de wind is helemaal gaan liggen. Een heerlijke avond voor de muggen.
Corona
Veilig langskomen blijft zeker mogelijk!