Gemeentelijk wegenrecht: peregrinatie en juridische procedures
- 19 februari 2020
- Janson Nieuws
We moeten de commissie publiekrecht van de balie van Luik bedanken voor het idee om op 20 februari 2020 het seminarie "Gemeentelijk wegenrecht: peregrinatie en juridische procedures" te organiseren. Het kwantitatieve alsook het kwalitatieve belang van wegen, met name gemeentewegen, is inderdaad wel duidelijk. 90% van de Belgische wegen zijn gemeentewegen. Bovendien voldoen wegen in het algemeen, en gemeentewegen in het bijzonder, aan verschillende openbare belangen: de fundamentele mogelijkheid om er te komen en te gaan, huisvesting- en ruimtelijke ordeningsvoorwaarden, economische ontwikkeling, en niet te vergeten, zij zijn de vestigingsplaats van een groot aantal openbare diensten.
Daarnaast kwam dit seminarie op het juiste moment, aangezien het gemeentelijk wegenrecht de afgelopen jaren, met name in het Waals Gewest, een aangrijpende wijziging heeft doorgemaakt. Dit alleen al rechtvaardigde de organisatie van een dergelijke studiedag.
Ten slotte is het wegenrecht nog te vaak niet goed gekend bij de beroepsbeoefenaren, vooral de gemeenteambtenaren en gemeenteraadsleden. De organisatie van dit seminarie en de publicatie van de gepresenteerde verslagen kunnen dus alleen maar bijdragen tot een betere kennis van wegenrecht.
De kwaliteit van de verschillende verslagen die op het seminarie worden gepresenteerd en die in dit boek zijn opgenomen, geeft de lezen de mogelijkheid om, op een aangename manier en zonder risico op foute opvattingen, zich een weg te banen door de meest uiteenlopende onderwerpen over gemeentewegen.
Wat betreft de aanleg, wijziging en afschaffing van gemeentewegen hebben Florence Natalis en Jean-Marc Secretin uitgelegd hoe het Waalse decreet van 6 februari 2014 over gemeentewegen gelukkig de oude 19de eeuwse wetgeving op dit gebied heeft vervangen. Toch heeft het nog geduurd tot de "Code du développement territorial" van 20 juli 2016 vooraleer de afstemming tussen wegenvergunningen, afgegeven door de gemeenteraad, en de stedenbouwkundige vergunningen eindelijk kon gebeuren. Omgekeerd hebben meneer Martin Lauwers en meneer Alexandre Pirson op overtuigende wijze aangetoond dat er, ondanks de jurisprudentie van de Raad van State, nog steeds verschillen bestaan in de verscheidene andere vergunningsystemen die verband houden met wegen. Daarom dat de zaak aan rechtszekerheid zou winnen indien dit gekaderd zou worden in een wetgevende waarde waarin de elementen van het reeds bestaande stelsel geïntegreerd worden (...) die de overeenkomstige elementen van het stelsel en de plaatselijke regelgeving definiëren. Meneer Martin Chabot en meneer Gauthier Ervyn hebben op hun beurt in hun verslag de uitvoering en de storingen bij de uitvoering van openbare aanbestedingen op het gebied van wegen nauwgezet ontleed, zodat de kwestie geen geheimen meer kon hebben voor gemeenten die hun wegenwerken uitbesteden door ze aan een derde bedrijf toe te vertrouwen. Tot slot heeft mevrouw Elisabeth Kiehl in haar verslag aan de hand van talrijke voorbeelden terecht gewezen op het feit dat de voetpaden van gemeentewegen hier net zo goed integraal deel van uitmaken. Zo kan het beheer en onderhoud van voetpaden zowel de burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid stellen van gemeenten die er eigenaar zijn, alsook het beheer en het onderhoud van de wegverhardingen.
Kortom, alle beroepsbeoefenaars die het seminarie hebben bijgewoond van 20 februari 2020, georganiseerd door de commissie publiekrecht van de balie van Luik, zullen er net zo verhelderd uitgekomen zijn als de toestand van de straten van onze steden en dorpen. Bovendien, dankzij dit werk, kunnen zij die het seminarie hebben bijgewoond, zich met gemak een weg banen door het doolhof dat wegenrecht wordt genoemd.
Daarnaast kwam dit seminarie op het juiste moment, aangezien het gemeentelijk wegenrecht de afgelopen jaren, met name in het Waals Gewest, een aangrijpende wijziging heeft doorgemaakt. Dit alleen al rechtvaardigde de organisatie van een dergelijke studiedag.
Ten slotte is het wegenrecht nog te vaak niet goed gekend bij de beroepsbeoefenaren, vooral de gemeenteambtenaren en gemeenteraadsleden. De organisatie van dit seminarie en de publicatie van de gepresenteerde verslagen kunnen dus alleen maar bijdragen tot een betere kennis van wegenrecht.
De kwaliteit van de verschillende verslagen die op het seminarie worden gepresenteerd en die in dit boek zijn opgenomen, geeft de lezen de mogelijkheid om, op een aangename manier en zonder risico op foute opvattingen, zich een weg te banen door de meest uiteenlopende onderwerpen over gemeentewegen.
Wat betreft de aanleg, wijziging en afschaffing van gemeentewegen hebben Florence Natalis en Jean-Marc Secretin uitgelegd hoe het Waalse decreet van 6 februari 2014 over gemeentewegen gelukkig de oude 19de eeuwse wetgeving op dit gebied heeft vervangen. Toch heeft het nog geduurd tot de "Code du développement territorial" van 20 juli 2016 vooraleer de afstemming tussen wegenvergunningen, afgegeven door de gemeenteraad, en de stedenbouwkundige vergunningen eindelijk kon gebeuren. Omgekeerd hebben meneer Martin Lauwers en meneer Alexandre Pirson op overtuigende wijze aangetoond dat er, ondanks de jurisprudentie van de Raad van State, nog steeds verschillen bestaan in de verscheidene andere vergunningsystemen die verband houden met wegen. Daarom dat de zaak aan rechtszekerheid zou winnen indien dit gekaderd zou worden in een wetgevende waarde waarin de elementen van het reeds bestaande stelsel geïntegreerd worden (...) die de overeenkomstige elementen van het stelsel en de plaatselijke regelgeving definiëren. Meneer Martin Chabot en meneer Gauthier Ervyn hebben op hun beurt in hun verslag de uitvoering en de storingen bij de uitvoering van openbare aanbestedingen op het gebied van wegen nauwgezet ontleed, zodat de kwestie geen geheimen meer kon hebben voor gemeenten die hun wegenwerken uitbesteden door ze aan een derde bedrijf toe te vertrouwen. Tot slot heeft mevrouw Elisabeth Kiehl in haar verslag aan de hand van talrijke voorbeelden terecht gewezen op het feit dat de voetpaden van gemeentewegen hier net zo goed integraal deel van uitmaken. Zo kan het beheer en onderhoud van voetpaden zowel de burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid stellen van gemeenten die er eigenaar zijn, alsook het beheer en het onderhoud van de wegverhardingen.
Kortom, alle beroepsbeoefenaars die het seminarie hebben bijgewoond van 20 februari 2020, georganiseerd door de commissie publiekrecht van de balie van Luik, zullen er net zo verhelderd uitgekomen zijn als de toestand van de straten van onze steden en dorpen. Bovendien, dankzij dit werk, kunnen zij die het seminarie hebben bijgewoond, zich met gemak een weg banen door het doolhof dat wegenrecht wordt genoemd.
