Voorbereiding van een darmonderzoek (coloscopie)
Het is heel belangrijk dat u onderstaande informatie volledig doorleest.
Zo weet u hoe het onderzoek verloopt, hoe u zich het best kan voorbereiden en
waar u nadien op moet letten.
Zo weet u hoe het onderzoek verloopt, hoe u zich het best kan voorbereiden en
waar u nadien op moet letten.
Er werd met u een afspraak gemaakt voor een coloscopie.
Bij een coloscopie wordt de binnenkant van de dikke darm en eventueel het laatste deel van de dunne darm met een kijkinstrument beoordeeld. Soms worden tijdens dat onderzoek poliepen verwijderd of stukjes weefsel weggenomen voor onderzoek.
Een coloscopie is momenteel het meest gevoelige onderzoek om afwijkingen
in de darm op te sporen.
Bij een coloscopie wordt de binnenkant van de dikke darm en eventueel het laatste deel van de dunne darm met een kijkinstrument beoordeeld. Soms worden tijdens dat onderzoek poliepen verwijderd of stukjes weefsel weggenomen voor onderzoek.
Een coloscopie is momenteel het meest gevoelige onderzoek om afwijkingen
in de darm op te sporen.
In overleg met uw arts gebeurt dat onderzoek ofwel onder een lichte narcose waarbij u volledig slaapt, ofwel onder sedatie waarbij u rustgevende en pijnstillende medicatie toegediend krijgt. Het onderzoek zelf is pijnloos.
Indien u bloedverdunnende geneesmiddelen gebruikt zoals Plavix, Clopidogrel, Eliquis, Pradaxa …, is het van belang om dat ruim vóór het onderzoek aan uw behandelende arts te melden.CITRAFLEET - ONDERZOEK VOOR 10 UUR 'S MORGENS
CITRAFLEET - ONDERZOEK NA 10 UUR 'S MORGENS
MOVIPREP- ONDERZOEK VOOR 10 UUR 'S MORGENS
MOVIPREP- ONDERZOEK NA 10 UUR 'S MORGENS
Voorbereiding
Het onderzoek kan alleen goed uitgevoerd worden als de darm volledig proper is. Is de darm onvoldoende proper, dan verloopt het onderzoek moeilijker, is er onvoldoende zicht en zijn de resultaten dus ook minder betrouwbaar.
U krijgt instructies mee voor een goede darmvoorbereiding.
Volg die regels goed op.
Verloop van het onderzoek
U krijgt de verdovende of rustgevende medicatie via een injectie in de arm toegediend.
Na het onderzoek kan u last hebben van buikkrampen, die meestal spontaan verbeteren wanneer u wat lucht kan evacueren via windjes.
In overleg met uw arts gebeurt dat onderzoek ofwel onder een lichte narcose waarbij u volledig slaapt, ofwel onder sedatie waarbij u rustgevende en pijnstillende medicatie toegediend krijgt. Het onderzoek zelf is pijnloos.
Het onderzoek gebeurt met een vingerdikke, flexibele slang (de endoscoop) die via de anus wordt ingebracht. Het opschuiven ervan in de darm is niet pijnlijk, maar kan soms wel een onaangenaam gevoel geven. Tijdens het onderzoek wordt lucht in de darm geblazen wat achteraf een ‘vol’ gevoel kan geven. Het is heel normaal dat u hierdoor na het onderzoek windjes moet laten, u hoeft zich hiervoor niet te schamen.
De arts kan met behulp van een klein tangetje wat weefsel aan de binnenkant van de darm wegnemen voor microscopisch onderzoek. Dit noemt men een biopsie. U voelt hier niets van.
In sommige gevallen wordt tijdens het onderzoek een poliep weggenomen. Hiervoor wordt door de endoscoop een soort van lasso of lus geschoven, die rond de steel van de poliep wordt gelegd en aangetrokken. Vervolgens wordt door de lus een lichte stroom geleid die de steel van de poliep doorbrandt. Deze behandeling is over het algemeen niet pijnlijk.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kan u last hebben van buikkrampen, die meestal spontaan verbeteren wanneer u wat lucht kan evacueren via windjes.
Aangezien u een kalmeermiddel of een lichte verdoving kreeg, wat mogelijk een invloed heeft op uw reactievermogen, mag u de dag van het onderzoek niet met de wagen rijden. Gelieve u dan ook te laten afhalen. Wij kunnen niet toelaten dat u zelf naar huis rijdt.
Het resultaat
De arts bespreekt met u persoonlijk het resultaat van de coloscopie. De uitslag van het microscopisch weefselonderzoek is niet meteen beschikbaar.
Mogelijke complicaties
Een coloscopie is een uitermate veilig onderzoek. Toch bestaat er een bijzonder klein risico op darmperforatie (scheurtje in de darm), bijvoorbeeld bij de verwijdering van een poliep, wat ook gepaard kan gaan met een bloeding, vooral bij patiënten waarvan de bloedstolling niet normaal is, bijvoorbeeld door de inname van bloedverdunners. Daarom gebeurt bij risicopatiënten meestal een bloedafname om de stolling te controleren.