In het Hallerbos hebben we een jaar lang hard gewerkt aan een studie die onderzocht of het nemen van ontsnipperingsmaatregelen zoals een Ecoduct over de Brusselse Ring nodig is om de aanwezige soortendiversiteit te behouden of te versterken. De studie is nu af en gepubliceerd, en focust op zoogdieren, vleermuizen, amfibieën, reptielen en verschillende insectengroepen. Binnen de 12 opgevolgde soortengroepen werden 275 soorten waargenomen. De studie toont echter aan dat er verschillen zijn in het aantal diersoorten dat aan beide zijden van de Ring waargenomen wordt. De ree bijvoorbeeld werd tijdens het onderzoek 1221 keer waargenomen, meestal aan het oostelijk deel van de R0. Ten westen van de R0 werd slechts een beperkt aantal reeën waargenomen. Een ecoduct in het Hallerbos over de Brusselse Ring lijkt ons dan ook meer dan welkom!
De volledige studie is te vinden via volgende link.
Samen met het Departement Omgeving werd een beknopte perstekst opgesteld:
275 verschillende diersoorten aangetroffen in Hallerbos
Via een grootschalig ecologisch onderzoek werden de dieren in het Hallerbos het afgelopen jaar bestudeerd. De resultaten van het onderzoek onderstrepen de rijkdom van het bos en de noodzaak van een ecoduct dat beide delen van het bos opnieuw met elkaar verbindt. "Deze legislatuur staat de natuur meer dan ooit centraal in ons beleid. Denk maar aan de stikstofaanpak waarmee we Vlaanderen en haar natuur opnieuw zuurstof geven. Maar onze inspanningen gaan veel verder. We zorgen maximaal voor natuurherstel, voor extra bos en natte natuur en we strijden tegen de versnippering van Vlaanderen, waar ook de bouw van dit ecoduct in kadert. Op die manier geven we de vele planten en dieren in Vlaanderen opnieuw ruimte om zich veilig in onze natuur te verplaatsen", zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.
622 hectare Hallerbos
Het Hallerbos, vooral bekend voor zijn wilde hyacinten, is gelegen ten zuiden van Brussel en net op de grens van Vlaanderen en Wallonië. De drukke Brusselse Ring (R0), doorsnijdt en versnippert al sinds de jaren ‘70 het bekende bos. Zo vormt die verkeersader een barrière voor verschillende diersoorten.
Het Hallerbos is met zijn meer dan 622 hectare één van de grootste bossen in Vlaanderen. De afgelopen jaren werd het zelfs 10 procent groter dankzij Plan Boommarter, een initiatief van Agentschap voor Natuur en Bos, Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei, stad Halle, Natuurpunt en Natuurgidsen Zuidwest-Brabant. Dit plan is bedoeld om naburige boskernen ten zuiden van Halle te versterken en met het Hallerbos te verbinden.
Ecologisch onderzoek aanwezige diersoorten
In opdracht van het Vlaams Departement Omgeving werd vorig jaar een onderzoek uitgevoerd door het studiebureau Corridor. “Er werden maar liefst 275 verschillende diersoorten uit 12 groepen aangetroffen, waaronder de vos, bunzing, wezel, bosmuis en eekhoorn. Belangrijke doelsoorten van het ecoduct zijn onder andere de ree, de hazelworm en de vleermuizen, soorten die al sinds oudsher in Vlaanderen voorkomen maar het erg moeilijk hebben in onze sterk versnipperde regio”, zegt Steven Vanonckelen, projectleider van het onderzoek.
De ree is een algemene verschijning in het Hallerbos en werd 1221 keer waargenomen tijdens het onderzoek. Toch toont de studie aan dat er een duidelijk verschil is in aantallen van de soort langs de oostelijke zijde van de R0 ten opzichte van de kleinere westelijke zijde. De meeste observaties van ree komen uit het oostelijk deel van de R0. Ten westen van de R0 werd slechts een beperkt aantal reeën waargenomen.
Na de ree zijn de bosmuis en de vos de meest waargenomen soorten in het studiegebied. De vos werd er 419 keer waargenomen met wildcamera’s en ook 2 keer via veldwaarnemingen, die aantonen dat de soort verspreid over het studiegebied voorkomt. Andere zoogdiersoorten die waargenomen werden zijn de steenmarter, de bunzing en de wezel.
Opmerkelijk is ook de aangetoonde (korte) aanwezigheid van het wild zwijn in het studiegebied. Een wildcamera in het westen van het studiegebied maakte op 24 april 2021 een foto in de recente loofbosaanplant net ten oosten van de Nijvelsesteenweg en dit lijkt de enige waarneming van deze soort in een straal van 5km rond het studiegebied. Ondanks een intensief monitoringstraject is het bij deze ene waarneming gebleven. De soort lijkt dan ook niet permanent aanwezig in het studiegebied.
Reptielen en amfibieën werden onderzocht met bitumen golfplaatjes, die een kunstmatige verblijfplaats vormen voor soorten. De hazelworm is een bijzondere hagedissensoort die waargenomen werd in het Hallerbos. Dit reptiel wordt gekenmerkt door de afwezigheid van poten, waardoor hij een slangachtig uiterlijk heeft. De hazelworm is weinig mobiel en werd 3 keer waargenomen tijdens het onderzoek.
Er werd ook een hoge soortenrijkdom aan vleermuizen aangetroffen in het studiegebied. Het gaat om minstens 9 verschillende soorten vleermuizen, allemaal beschermde soorten in België. De gewone dwergvleermuis werd het vaakst waargenomen tijdens het onderzoek, maar er werden ook 8 andere soorten vleermuizen waargenomen (bv. bosvleermuis, grootoorvleermuis en laatvlieger).
Conclusies
Als algemene conclusie van het ecologisch onderzoek geldt dat de waargenomen soortenrijkdom representatief is voor een boscomplex in de leemstreek, waarbij voornamelijk soorten van gesloten tot halfopen boslandschappen werden waargenomen.
Verder toont de studie aan dat er verschillen zijn in het aantal diersoorten dat aan beide zijden van de R0 waargenomen wordt. Kortweg gezegd is er te weinig uitwisseling tussen de dieren door de aanwezigheid van de R0 en het ecoraster. Dit is een belangrijke bevinding die pleit voor de bouw van een ecoduct in het Hallerbos. In combinatie met het bestaande ecoraster, kan zo’n groene verbinding ervoor zorgen dat dieren veilig de weg kunnen oversteken. En er is goed nieuws, want momenteel wordt de bouw van een ecoduct voorbereid in kader van het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO). Dit is een samenwerking tussen verschillende partners van de Vlaamse overheid: het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het Vlaams Departement Omgeving.