VIOOL
De viool is het kleinste instrument uit de strijkersfamilie. Maar nee, je kleren gladstrijken kan je daarmee niet, wél heel mooie klanken voortbrengen door met een strijkstok over de snaren te strijken, tenminste als je de basistechniek een beetje onder de knie hebt.
Maar in tegenstelling tot wat velen denken duurt dat geen jaren: mits goed oefenen kan je al na enkele maanden heel herkenbare liedjes spelen!
De viool heeft, net als de andere instrumenten uit haar familie, 4 snaren: van onder naar boven zijn dat de SOL, RE, LA en MI. Hoe dunner de snaar, hoe hoger de klank, en ook hoe korter het klinkende deel, hoe hoger de klank. Daarvoor gebruiken we de vingers van de linkerhand, en de juiste plaatsing daarvan geeft een ‘juiste’ klank.
Maar ook het strijken met de strijkstok of boog is natuurlijk heel belangrijk: als je zomaar wat kriskras over de snaren glijdt zullen de mensen terecht spreken van ‘kattengejank’, en dat is natuurlijk niet de bedoeling! Als je echter van in het begin de instructies van de leerkracht goed opvolgt en de nodige tijd besteedt aan het thuis oefenen is vioolspelen heel leuk! Je kan het trouwens ook heel goed in groep doen, de strijkers maken immers al heel lang de grootste groep uit van het orkest. Of als je het liever wat kleiner houdt: ook samen met een ander instrument, zoals bvb. piano of gitaar kan je wondermooie muziek spelen met je viool!
Het maken van een viool is trouwens ook een hele kunst: er zijn meer dan 70 onderdelen, die nauwkeurig in mekaar gezet moeten worden door een vakman. De keuze van het hout is daarbij ook heel belangrijk, want het is door het laten trillen van het hout dat de klank geproduceerd wordt. Elk onderdeeltje is dus belangrijk!
Je kan in het begin een instrument huren in de academie, er zijn instrumenten van alle groottes beschikbaar, want je viool groeit niet me je mee en moet dus elke paar jaren voor een grotere ingewisseld worden. Totdat je aan de grootste maat toe bent, en dan wordt het misschien wel tijd om je eigen instrument aan te schaffen. Een Stradivarius is niet nodig, maar er zijn heel veel goede violen voor een goede prijs te vinden, heerlijk als je dan op je eigen instrument je verder kan ontwikkelen!

ALTVIOOL
De altviool is de grote zus van de viool. Door de grotere, iets zwaarder gebouwde klankkast klinkt ze iets lager: de stemming van de snaren is van boven naar onder LA, RE, SOL en DO. Terwijl de viool dikwijls letterlijk het hoge woord voert in ensembles of het orkest heeft de altviool een andere rol. Soms neemt ze de baslijn over van de celli, soms speelt ze de heel belangrijke tussenstem voor haar rekening, en soms mag ze ook haar prachtige solo-stem laten horen! Met haar warme, soms weemoedige klank ontroert ze vaak velen.

Als je start met een instrument, dan begin je in de tweede graad met een uur instrumentles en twee uur muziekpraktijk. Voor muziekpraktijk bieden we lessen aan in verschillende vestigingsplaatsen en we hebben aparte groepen voor jongeren 8-11, 12-15 en volwassenen. Meer info via 'trajecten' onder tweede graad.

Heb je al ervaring met een ander instrument of een muzikale achtergrond? Dan kan je contact opnemen met een van onze secretariaten om de mogelijkheden te bespreken. Wij helpen je graag verder om jouw muzikale talenten verder te ontwikkelen.