Artistiek Pedagogisch Project
De Academie Wijnegem Schilde Zoersel is een kunstacademie waar iedereen welkom is. Met een grote aandacht voor de eigenheid van elke leerling, leerkracht en medewerker wil onze school een kwaliteitsvolle en competentiegerichte artistieke opleiding aanbieden.
Elke leerling kan groeien volgens de eigen mogelijkheden binnen een positieve en waarderende schoolcultuur. Als academie streven we naar een optimale ontwikkeling op maat van elk individu, met aandacht voor culturele verbreding en het ontwikkelen van de creativiteit.
Die aanpak moet, binnen een sterke en zelfkritische organisatie, zorgen voor de kwaliteit van onze opleiding. Een stimulerend professionaliseringsbeleid waarborgt en versterkt de expertise van het hele schoolteam, met nadruk op overleg, kennisdeling en samenwerking.
Samenwerken kan zich op verschillende vlakken manifesteren. Van kennisdeling en overleg over vakgroepen heen of gedeelde toonmomenten met collega’s naar interdisciplinaire projecten, cross-over-concerten en samenwerkingsverbanden met andere scholen en met culturele partners van onze academie.
De Academie Wijnegem Schilde Zoersel wil een dynamische plek zijn voor eigentijds kunstonderwijs met een gevarieerd artistiek aanbod waar iedereen zich op zijn of haar eigen manier kan uitdrukken en tonen aan de omgeving.
Hoe vertaalt ons APP zich in onze organisatie?
(juli 2023)
Kwaliteit als kernwoord is evident. We houden ons, door het gebruik van een goedgekeurd leerplan, aan de basiscompetenties en de beroepskwalificaties die ons deeltijds kunstonderwijs definiëren. Vanuit de organisatie werken we met de leerkrachten samen rond het leerplan, zodat verschillende aspecten (concrete doelen binnen een rol, hoe evalueren, beheersingsniveau, …) geregeld aan bod komen via bijvoorbeeld vakvergaderingen, studiedagen of bevragingen. Een zichtbare graadmeter voor kwaliteit is het ‘eindproduct’ van een academie: het niveau van de leerling. Maar kwaliteitszorg is veel meer dan dat.
Door verschillende vormen van input (van feedback van jury’s en leerkrachten op toonmomenten over bevragingen en vergaderingen naar trends in inschrijvingen) te verwerken halen we voeding voor ons meerjarenplan. Ook ons schoolwerkplan (een overzicht van de schoolwerking) geeft door een cyclische evaluatie input hiervoor. Veel plannen, maar wel nuttige plannen die in verbinding staan met elkaar. Vanuit die plannen maken we keuzes: welke acties moeten we uitvoeren, wat moeten we onderzoeken, wat verdient onze aandacht?
We hebben als academie een breed aanbod met zowel algemene opties als enkele specialiteiten van het huis. De blikvanger hier is zeker ons ‘muzieklabo inclusief’. Dit aanbod voor mensen met een beperking is stelselmatig uitgegroeid tot een afdeling met ongeveer 60 leerlingen. Ook onze domeinoverschrijdende initiatie kent iedereen als ‘klavertje’. We kiezen bewust voor een les van 2u, met twee leerkrachten voor de klas en onze drie domeinen binnen de lessen. Deze keuze wordt sterk gesteund door onze lokale besturen. En zo heeft elk domein en elke afdeling binnen de academie wel zijn eigen accenten. .
Sinds 2018 is niet alleen ons APP nieuw, maar is ook het DNA van de academie fundamenteel aangepast. Het domein Beeldende en Audiovisuele Kunsten kwam erbij en zorgde voor een nieuwe dynamiek. En een nieuwe eigenheid. Dit domein is nog in volle groei, maar geeft al creatieve impulsen aan de hele academie en zorgt voor fijne samenwerkingen. Daarnaast groeit er ook een nieuw team dat zijn plaats inneemt binnen de academie en dat ook als team de hele atelierwerking mee vorm geeft.
Een focus op eigenheid komt ook naar voor bij ons leerkrachtenteam en de werking met onze leerlingen. Elke persoon is uniek, dus elke leerling en leerkracht zijn dat ook. Voor de leerling betekent dit dat we in onze lessen zo veel mogelijk vanuit de leervraag vertrekken. Onze rol als academie is dan om die leervraag te matchen met de organisatie. (Welke optie past het best bij de leerling? Welke vakken? Welke mogelijkheden? Moeten we inzetten op een specifieke leerlingenbegeleiding?) én om daarnaast ook de blik van de leerling te verbreden door onder andere de input binnen de lessen, de samenwerking met andere leerlingen, met andere klassen, met andere opties en zelfs andere domeinen. Ook externe partners kunnen hierbij een rol spelen in het leerproces. Via alternatieve leercontext krijgen leerlingen de kans om bijvoorbeeld het vak groepsmusiceren te volgen binnen een koor of harmonie.
Om de eigen inbreng voor leerkrachten te bewaken willen we als academie elke leerkracht ook de nodige vrijheid geven, binnen een afgesproken kader. In bijvoorbeeld het gebruik van de wekelijkse agenda, het eigen jaarplan of zelfs het invullen van de rapporten bieden we een afsprakenkader aan (al dan niet met sjablonen) waarbinnen de leerkracht zelf een eigen werkwijze kan hanteren. Dit geeft vrijheid maar vraagt verantwoordelijkheid. Deze lijn willen we in de hele organisatie doortrekken.
Vanuit die eigenheid willen we de leerkrachten ook betrekken in de academiewerking. Naast de traditionele vakgroepen willen we de leerkracht ook vanuit zijn sterkte in een werkgroep zetten. Van daaruit kunnen we de brug maken naar samenwerking. In deze vak- en werkgroepen zetten we in op expertisedeling en op actieve samenwerkingsverbanden. Projecten samen, over de klas heen, over de optie heen en zelfs over het domein heen verruimen niet alleen de blik van de leerling, maar ook die van de leerkracht. Door overkoepelende toonmomenten, losse samenwerkingen als grote evenementen (de dag van de academies en Wijnegem On Stage) willen we deze samenwerkingen vastzetten als een cultuur binnen de academie. En daarnaast stimuleren we ook het samenwerken met externe partners. We hebben als organisatie ook een groot netwerk door samenwerkingen met de lokale besturen, verschillende verenigingen in onze wijde omtrek, omliggende scholen en academies en andere waardevolle partners.
Samenwerking en eigenheid zijn zeer sterk aanwezig in de organisatie van onze academie. Onze drie vestigingsplaatsen zijn alle drie ongeveer even groot, met in Schilde nog een tweede locatie erbij. Op de drie grote vestigingsplaatsen hebben we ook een uitgebouwd secretariaat met ruime aanwezigheid van een medewerker. Hierdoor hebben we niet de klassieke vorm van een hoofdschool met enkele kleine vestigingsplaatsen. Dit heeft een sterke invloed op de organisatie. Waar we vroeger in sommige opzichten drie verschillende academies waren, hebben we de (administratieve) werking gestroomlijnd en zetten we in op samenwerking over de diensten heen. En toch blijft elke gemeente, en dus ook elke vestigingsplaats, zijn eigenheid behouden.
Ook in het vormgeven van het curriculum speelt deze werking een rol. De onderbouw van onze academie willen we zo toegankelijk mogelijk houden en plaatsen we in elke gemeente. Zowel onze domeinoverschrijdende initiatie als de tweede graadsklassen bieden we overal aan. (m.u.v. beeldatelier in Zoersel). Bij het uitbouwen van klassen of een nieuwe opstart kijken we altijd naar de meest geschikte locatie en de bereikbaarheid.
Last but not least: creativiteit. Kunst heeft van nature een link met creativiteit en in ons kunstonderwijs willen wij die link doortrekken. Vanaf onze initiatieopleiding wordt de creativiteit van de leerlingen gestimuleerd en die lijn willen we doortrekken in alle graden. In sommige opleidingen zit het aanboren van de creativiteit meer vanzelfsprekend verweven in de lesinhoud, bijvoorbeeld in onze lessen beeldatelier, schrijven of compositie, maar ook in de andere vakken komen de creatieve impulsen voldoende aan bod. Om de leerkrachten hierin te ondersteunen hebben we bijvoorbeeld een improvisatiecoach gehad en komt er een improvisatietool, ontwikkeld door de werkgroep creërend muzikant.