Hoe de dingen werkelijk zijn

“Het zien en de kennis van de werkelijkheid zoals ze is”. Deze heel oude formulering maakt duidelijk dat wijsheid bestaat uit helder zien, uit het ontwikkelen van een volkomen realistische houding. Het vraagt dus een training in het ontwikkelen van diep-positieve geestestoestanden (want negatieve, onvaardige of hinderlijke gemoedstoestanden verdoezelen een helder zien) en het ontgroeien van ondermijnende tendensen van grijpen, uit de weg trappen en koesteren van expliciete en impliciete vooroordelen. Alleen dan kan wijsheid zich ontplooien.

Meestal echter zetten onze voorstellingen de werkelijkheid op zijn kop doordat we enerzijds hunkeren naar iets wat absoluut blijft bestaan en anderzijds naar een definitieve stopzetting van alles wat onaangenaam is. Deze diepliggende en krampachtige houdingen zorgen voor een vervormde visie op de realiteit en worden door de Boeddha aangeduid als “onwetendheid” - avidya. Het is niet zozeer een gebrek aan kennis als wel een niet-kennen van de fundamentele wetten van de werkelijkheid.

De wet van het afhankelijk ontstaan, de fundamentele wet van het universum.

Deze wet, dit principe, zegt dat alles afhankelijk is van condities, er is geen enkel verschijnsel, intern noch extern, dat niet ontstaat uit voorafgaande condities en geen condities opzet voor dingen in de toekomst. Dit is de werkelijkheid. En hier komt geen opperwezen aan te pas.

Formulering van dit principe: 

  • Wanneer dit er is, treedt dat op
  • Door het ontstaan van dit, ontstaat dat
  • Wanneer dit er niet is, treedt dat niet op
  • Door het ophouden van dit, houdt dat op.

Dit is de grondwet van de werkelijkheid en het zegt dat de gehele werkelijkheid waarin we leven een groot samenspel is van door elkaar lopende processen. We duiden dit aan met de wet van het (wederzijds) afhankelijk ontstaan of pratitya samutpada - wat letterlijk betekent ‘samen ontstaan uit wat voorafgaat’. Dwz niets in of rondom onszelf bestaat op zichzelf maar is ontstaan uit wat voorafgaat.

Dit afhankelijk ontstaan is gebaseerd op een kosmische wetmatigheid. Dat het universum op wetmatige wijze gestuurd wordt is voor westerlingen niet moeilijk te aanvaarden, vooral op het vlak van de materiêle werkelijkheid. Het is immers het fundamentele beginsel van onze natuurwetenschappen: alles wat bestaat in het universum wordt geînterpreteerd als wetmatige ontwikkeling uit voorafgaande toestanden.

De Boeddha is vooral geïnteresseerd in de mentale processen (gedachten en vooral emoties), de activiteiten van het bewustzijn, de ‘geest’. Ook deze processen verlopen volgens de wetmatigheid van afhankelijk ontstaan. Wat zich in onze geest afspeelt is onderworpen aan de wetmatigheid van ontstaan, wegebben en als kiemen dienen voor nieuwe processen. Hoe het verloopt staat niet vast, het kan zichzelf bijsturen, het geeft ons de mogelijkheid om zelf de voorwaarden te scheppen die naar bevrijding voeren en dus ook naar een sociaal rechtvaardiger samenleving. Twee bijzonder effectieve middelen naar bevrijding zijn ethiek en meditatie.

Hoe de dingen zijn kunnen we ook beschrijven in termen van de 3 lakshanas (Sanskriet voor ‘karakteristieken’): alles is veranderlijk, er is niets met een substantiële identiteit, en niets dat veranderlijk is en geen vaste kern heeft (op zichzelf staat) kan zorgen voor blijvend plezier, geluk, bevrediging, vervulling.

Zie ook spirituele dood en  http://www.freebuddhistaudio.com/audio/details?num=LOC1343